Allereerst besef ik heel goed hoe bevoorrecht ik ben: ik heb een heel lieve man, waar ik al meer dan 50 jaar gelukkig mee getrouwd ben, zes lieve kinderen en vijf prachtige kleinkinderen, we zijn gezond, hebben een fijn huis met een tuin, genoeg te eten, warmte in huis.
We blijven zoveel mogelijk binnen. Alleen voor een wandelingetje gaan we naar buiten. Onze boodschappen worden via AH thuisbezorgd, omdat onze buren een abonnement hebben op de bezorging elke week en wij mogen bij de buren ons briefje inleveren. De overige dingen bestellen we online, zoals bv.scheermesjes, shampoo, postzegels etc.
Onze dagen zijn in zoverre veranderd dat we steeds in huis en in de tuin en schuur bezig zijn, hetgeen ons op zich prima bevalt; genoeg achterstallig onderhoud en schoonmaak en opruimwerkzaamheden.
Verder bellen of appen we met de kinderen en familie en vrienden. Ook de oude mensen en degenen die alleen zijn vergeten we natuurlijk niet.
Nu we niet op bezoek kunnen gaan bellen we vaker. Brengen zo nu en dan wat eten of een kaartje of wat lekkers.
Het gevoel niets te moeten is prettig; het geeft een zekere rust. Ik puzzel (s avonds), maak doosjes, zen tangle en lees. Eenmaal per dag kijk ik om 18.00 uur naar het journaal en EenVandaag. Verder lees ik de krant nauwelijks. Ik probeer me niet gek te laten maken door telkens opnieuw naar de berichtgeving te luisteren. Ik kijk naar een vrolijk tv-programma.
Voor het milieu is deze crisis een voordeel.
Nu wat ik moeilijk vind: ik kan mijn kinderen en kleinkinderen niet zien en knuffelen. Het is heel stil op straat dus je spreekt bijna niemand. Natuurlijk heb ik zorgen om de gezondheid van de kinderen kleinkinderen, familie en vrienden. We weten ook niet wat voor gevolgen dit voor de economie zal hebben.
Ik probeer de dingen gewoon te laten komen zoals ze komen, want een ding is zeker: ik heb veel niet in de hand, behalve handen wassen, thuis blijven, niesen in mijn elleboog. En per dag leven en mijn zegeningen tellen.
Marguerite Geus